Raymond Dart ontdekte in 1924 in Taung, Zuid Afrika, een schedeltje van een kind van ongeveer 5 á 6 jaar oud. De leeftijd van de schedel werd geschat tussen de 2 en 3 miljoen jaar. De vondst zou de geschiedenis ingaan als het kind van Taung (spreek uit als ‘ta-oeng’). De leeftijd van het kind werd geschat tussen de drie en vijf jaar. De wetenschappelijke van het kind van Taung is Australopithecus Africanus.
Raymond Dart was een Australische anatoom, werkzaam aan de universiteit van Witwatersrand en een expert op het gebied van hersenonderzoek.
In 1924 vertelde Josephine Salmons, de enige vrouwelijke student van Dart, dat ze bij een vriend op de schoorsteenmantel iets had zien staan dat op een fossiele bavianenschedel leek. Dart vroeg haar de schedel mee te brengen. Het bleek inderdaad een zeldzaam exemplaar te zijn. De schedel bleek afkomstig te zijn van een mijndirecteur, die wel vaker stenen en fossielen vond. Dart kreeg de studente zo ver dat ze meerdere vondsten meebracht.
Het volgende verhaal is inmiddels een klassieker in de wereld van de paleoantropologie: Toen de mijndirecteur zijn twee kisten met fossielen arriveerden, was Dart net bezig zich in een jacquet te hijssen om op te treden als ceremoniemeester bij een vriend. Half gekleed ging hij op zoek naar een koevoet en brak hiermee de kisten open. In de tweede kist zag Dart een uitzonderlijk voorwerp, een natuurlijk gefossileerd afgietsel van een stel hersenen. Het was afkomstig van een wezen waarvan de hersenen net zo groot waren als van een volwassen chimpansee, Hij woelde gespannen verder door de inhoud van de kist en vond een stuk bot waar het afgietsel in paste, maar toen moest hij terug naar de werkelijkheid van dat moment, naar het feest van de vriend.
Aanvankelijk dacht Dart dat het een aapachtig wezentje was, maar bij nader onderzoek zag Dart dat het foramen magnum (het gat in de schedel waar de wervelkolom doorheen gaat) recht onder de schedel zat. Dit betekende dat het kind van Taung rechtop had gelopen. Ook het gebit, met grote kiezen en kleine tanden, leek sterk op het gebit van een hominide (mensachtige).
Dart raakte er steeds meer van overtuigd, dat dit een voorouder van de mens moest zijn. Hij noemde de soort Australopithecus Africanus, wat zuidelijke mensaap uit Afrika betekent. Begin 1925 kon Dart het kind van Taung aan de wereld voorstellen en schreef een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Dart kon echter de andere deskundigen op dit terrein er niet van overtuigen dat het kind van Taung een voorouder van de mens was. Zijn enige medestander was Robert Broom, een eigenzinnige fossielenjager, die op een dag het kantoor van Dart binnenstormde en uit bewondering op zijn knieƫn viel voor het schedeltje.
Broom zou ervoor zorgen dat het kind van Taung zijn rechtmatige plaats in de geschiedenisboekjes zou krijgen. Broom vond jaren later een volwassen exemplaar van dezelfde soort. Deze vondst werd wel door de deskundigen geaccepteerd.
Klik hier voor informatie over de vonsten van Robert Broom.
Hierna een verhaal dat in 2005 door de BBC gepubliceerd werd over de suggestie van Lee Berger dat het kind van Taung zou zijn aangevallen door een roofvogel.
Decennia lang hebben wetenschappers geruzied over wie of wat de dood van het twee miljoen jaar oude beroemde kind van Taung veroorzaakte.